Diagnose
Bij een staaroperatie is de troebele ooglens vervangen door een heldere kunstlens. Na verloop van tijd kunnen (microscopische) restjes van uw oude lens klachten geven. Deze bevinden zich in het lenszakje waar uw nieuwe kunstlens in is geplaatst.
Dit wordt nastaar genoemd en treedt op bij 10-30% van de patienten die aan staar zijn geopereerd.
De oogarts/optometrist kan tijdens oogheelkundig onderzoek vaststellen of er sprake is van nastaar.
De stappen van een behandeling
Behandeling en nazorg
Met een laser kan een opening in het troebele lenszakje gemaakt worden waardoor u weer beter kunt zien. Voorafgaand aan de behandeling dient de pupil wijd gedruppeld te worden. De behandeling gebeurt poliklinisch, duurt enkele minuten en is pijnloos. U zit op een stoel met uw kin op een steun en uw voorhoofd tegen een band. Na verdovende druppels plaatst de oogarts een contactlens op het oog en wordt met laserlicht een opening gemaakt in het lenszakje.
Na de behandeling hoeft u niet thuis te druppelen. Vaak is het effect al dezelfde avond te merken. Er gelden geen specifieke leefregels na de behandeling. Een controle is meestal niet nodig.